blunders tijdens schilderen Je herkent het vast wel: je hikt al tijden aan tegen het schilderen van het hout aan je woning. Want als je er eenmaal aan begint, dan wil je het natuurlijk ook goed doen. Als je het niet goed doet loop je binnen de kortste keren tegen problemen aan. Het wordt niet mooi. Of de verf krijgt luchtbellen of verkleurt zelfs. Of in het ergste geval: de verf bladdert af en je kunt opnieuw beginnen. Niet leuk.

In dit blogartikel schrijf ik over de meest gemaakte blunders bij het schilderen van houten ondergronden, zoals kozijnen, deuren, wanden, schotten, windveren, et cetera, zoals ik die in de praktijk vaak tegenkom. Maak je geen zorgen. Als je dit blogartikel hebt gelezen ben je hard op weg een expert te worden. Dan weet je wat de meest gemaakte fouten tijdens het schilderen zijn, zodat je je schilderklus in elk geval goed voorbereid aan kunt pakken. En ik verklap alvast: een goede voorbereiding is het halve werk.

Eerst schuren, dan reinigen

De eerste kom ik vaker tegen dan je zou denken. En het is meteen een catastrofale. Veel mensen denken dat je éérst moet schuren en dan pas reinigen. Je schuurt toch ook gewoon het vuil weg? Nee. Dat is een rampzalige misser. Schuren is niet meer dan het beschadigen van de ondergrond om zo een goede hechting van de verf te krijgen. Met schuurpapier schuur je microscopisch kleine groeven in de ondergrond; verf hecht nou eenmaal beter op een ruwe ondergrond dan op een glad oppervlak. Heb je de ondergrond niet eerst gereinigd, dan schuur je al het vet en vuil in de groeven en dat krijg je er daarna nooit meer helemaal uit. Dan lijkt de ondergrond wel schoon, maar dat is niet zo. Het resultaat: je verf hecht niet goed vanwege het vet en vuil. En de kans is groot dat je opnieuw kunt beginnen.

Helemaal niet reinigen

Daar past deze blunder ook bij: gewoon de ondergrond helemaal niet reinigen. Dat is nergens voor nodig, toch? Even schuren en dan de verf er op, zonder de ondergrond te reinigen, is vragen om problemen. Zoals je net hebt kunnen lezen is reinigen van cruciaal belang voor een goede hechting van de verf.

Het verkeerde reinigingsmiddel

En als je dan tóch gaat reinigen:  gebruik het juiste middel. Sommige mensen gebruiken bijvoorbeeld terpentine of allesreiniger als reinigingsmiddel. Fout. Terpentine verdeelt het vuil over het te schilderen oppervlak waardoor er een vettig laagje achterblijft. Terpentine is dan ook geen reinigingsmiddel, maar een verdunningsmiddel. Eenzelfde probleem ontstaat bij het gebruik van bepaalde allesreinigers die iets glans aan de ondergrond geven na het reinigen. Die glans bereiken ze namelijk met toevoegingen die vettig zijn en dus ook voor onthechting van je zorgvuldig aangebrachte verf kunnen zorgen. Goede reinigingsmiddelen zijn de middelen die speciaal worden gemaakt voor het reinigen van schilderwerk. Deze middelen maken de ondergrond 100% schoon en ontvetten zonder sporen achter te laten uit het reinigingsmiddel zelf.

Teveel schuren

Schuren (na het reinigen, natuurlijk) is goed. Maar teveel, te lang of te hard schuren geeft juist weer veel extra werk. Het schuren met grote schuurmachines lijkt sneller te gaan, maar brengt achteraf vaak veel meer werk met zich mee. Bij teveel schuren, en helemaal met schuurmachines, ga je namelijk al snel door de oude verflaag heen. Dan moet je de kaal geschuurde plekken eerst weer behandelen met grondverf, die moet eerst weer drogen en dan moet je alsnóg schuren voordat je kunt schilderen. Dat kost extra tijd en extra werk.

Is het bestaande schilderwerk van je kozijnen of deuren aan een nieuw verfje toe, en heeft de oude verflaag nog geen bladderende delen of scheuren? Dan heb je geluk. Je hoeft namelijk alleen maar goed te reinigen en dan licht te schuren. Dus niet door de lak heen! Licht opschuren betekent dat je de verflaag mat schuurt zodat de nieuwe verflaag goed hecht. Dat is voldoende. Je ondergrond is helemaal klaar voor het nieuwe schilderwerk.

verf schuren

Niet schuren

En tegenover ‘teveel schuren’ staat natuurlijk: ‘niet schuren’. Er bestaan mensen die schuren niet nodig vinden. Niet slim. Moet ik dat na het vorige verhaal nog uitleggen? Nee, toch?

Schilderen bij te vochtig weer

Reinigen en schuren is één; een beetje medewerking van het weer is twee.  Schilderen in de regen is natuurlijk sowieso niks, maar zelfs vochtig weer zónder regen is voor je schilderwerk niet bepaald goed. Bij vochtig weer is de kans groot dat zich condens gaat afzetten op het oppervlak dat je wilt schilderen. Dat leidt gegarandeerd tot onthechting en het mat uitslaan van de verflaag.

Wanneer condensvorming optreedt, zitten we op of onder het zogenaamde dauwpunt. Het dauwpunt is het punt waarop de relatieve vochtigheid de 100% bereikt. Ik adviseer om altijd bij een maximale luchtvochtigheid van 85% te schilderen. Door deze veiligheidsmarges te hanteren zit je gegarandeerd goed voor een uitstekend stukje schilderwerk. Met apps zoals Weathersignal of op http://weathersignal.com/ heb je een indicatie of de luchtvochtigheid te hoog of juist laag genoeg is.

Schilderen bij te warm weer

Ook schilderen bij te warm weer is een veelgemaakte fout. Als het te warm is droogt de verf nou eenmaal te snel. In dat geval heeft de verf geen tijd om te vloeien en dat kan lelijke resultaten opleveren. Bijvoorbeeld duidelijk zichtbare kwaststrepen en aanzetten van de kwast. Maar dat is niet het enige. Een slechte vloeiing verkort ook de levensduur van de verflaag.

Schilderen in de zon is vaak helemaal funest voor de kwaliteit van het schilderwerk. Er ontstaan luchtbellen in de verf en van vloeiing is er al helemaal geen sprake. Schilder dus niet bij te warm weer en niet in de zon! En oh ja: de zon wil nog weleens draaien ;), dus wat je ’s morgens lekker in de schaduw schildert, staat ’s middags misschien wel in de brandende zon. En dat is gewoon jammer van je werk. De ideale temperatuur om te schilderen ligt tussen 15 en 250C. Bij deze temperatuur komt de verf het beste tot zijn recht.

Verf te dik

Okee, dan hebben we het schoonmaken, het schuren en het weer gehad. Dus die fout maak je al niet meer. Maar ook de verf zelf vraagt enige aandacht. Zó vanuit de pot op het hout? Dacht het niet. Soms is de verf gewoon te dik, oftewel: de verf heeft een te hoge viscositeit. Dat verwerkt lastig, het vloeit niet goed en als het droog is lijkt het nergens op.

Het is belangrijk je verf op de juiste viscositeit te brengen voordat je gaat schilderen. Bij lage temperaturen is verf dikker dan bij hoge temperaturen, zodat je moet verdunnen. Dat moet je uiteraard wel doen met een verdunningsmiddel dat geschikt is voor de verf die je gebruikt. Bij synthetische verven, ofwel oplosmiddelhoudende verven, is dat meestal terpentine. Bij watergedragen verven kun je water of acrylverdunner gebruiken. De juiste verwerkingsviscositeit is bereikt wanneer de verf goed te verwerken is en goed vloeit.

Geen grondverf

Nog zo’n schilderblunder: gewoon geen grondverf gebruiken. Waarom zou je ook? Nou, bijvoorbeeld om opstaande houtvezels, geen glad uiterlijk en een slechte dekking te voorkomen. Zonder grondverf op het kaal geschuurde hout krijg je meestal een lelijk eindresultaat. Ook kan het een nadelige invloed hebben op de hechting van de verf. Gebruik bij kaal (nieuw) hout dus altijd een grondverf. Nog een voordeel: grondverf is gemakkelijk te schuren. De volgende (eind) laag kun je dus op een mooie gladde ondergrond schilderen.

Dezelfde kleur grondverf als de aflak

Het lijkt slim: dezelfde kleur grondverf gebruiken als de aflak. Maar het heeft een groot nadeel: je kunt bij het aflakken niet zien waar je geweest bent! Vooral in de schemering of in de schaduw is het dan veel lastiger om een mooi stukje schilderwerk af te leveren. Ik adviseer altijd om de kleur van de grondverf minimaal een paar tinten te laten afwijken van de aflak. Zo heb je prima zicht op wat je al hebt behandeld en wat nog niet.

Onjuiste kleur grondverf bij moeilijk dekkende kleuren

Een klacht die veel voorkomt is een slechte dekking. Heel vaak ligt dat gewoon aan goedkope verf die niet genoeg pigment bevat. Maar zelfs met een goede kwaliteit verf kun je dat probleem tegenkomen. De fout die veel mensen maken is dat ze een verkeerde kleur grondverf gebruiken.

Heldere kleuren zoals rood, oranje en geel zijn moeilijk dekkende kleuren door de heldere pigmenten die deze kleuren bevatten. Dat betekent niet dat alle rode, oranje en gele kleuren verf moeilijk dekken, maar wel de heldere. Gelukkig is de oplossing vrij eenvoudig: kies de juiste kleur grondverf. Standaard grondverf is in een aantal kleuren verkrijgbaar. Afhankelijk van de kleur aflak die je wilt gebruiken kies je de beste tint grondverf voor een perfect dekkend eindresultaat.

Kleur afwerklaag Kleur grondverf
Geel, oranje, heldergroen, helderrood Wit
Rood Lichtgrijs
Donkergroen Donkergrijs

 

Verkeerde kwast of roller gebruiken

Ook voor een schilderklus geldt: gebruik het juiste gereedschap. Goedkope kwasten en rollers hebben weliswaar een aantrekkelijke prijs, maar zorgen over het algemeen niet voor een aantrekkelijk eindresultaat. De verkeerde kwast kan strepen in het schilderwerk veroorzaken en haren achterlaten in de verf. Dat betekent in de praktijk meestal veel meer werk en een lelijk resultaat. Hetzelfde geldt een beetje voor rollers. Een onjuiste roller kan ‘stukjes roller’ achterlaten in de verflaag of voor een verstoorde vloeiing zorgen.

Zorg dus niet alleen voor een fatsoenlijke kwaliteit, zorg ook dat je ‘de juiste kwast bij de juiste klus’ zoekt voor een mooi eindresultaat. Wat spelregels:

  • Een beits breng je niet aan met een ronde kwast en een roller, maar met een platte (brede) kwast
  • kozijnen lak je af met een goede ronde kwast. Geen platte kwast en al helemaal geen wegwerpkwast!
  • Het sausen van muren doe je met een muurverfroller
  • Voor het coaten van een betonvloer gebruik je een roller die gemaakt is voor coatings (2K roller)

Verf niet (goed) opgeroerd

De verf direct vanuit de pot op je hout smeren is geen goed idee. Altijd eerst goed roeren. Niet goed opgeroerde verf dekt minder, heeft een onjuiste glansgraad, vloeit niet zoals het moet en heeft een verkeerde viscositeit. Een hoop narigheid dus. Roeren: kleine moeite, groot plezier.

Pigmenten en vulstoffen zijn vaste deeltjes die in de verf ‘zweven’. Deze deeltjes zullen tijdens de opslag naar de bodem van het blik zakken. Andere vloeibare toevoegingen, zoals siccatief (droger), zullen juist naar de oppervlakte drijven. Voordat je verf gaat gebruiken moet je dus goed roeren. De vaste deeltjes en vloeistoffen zullen weer vermengen met de rest en de verf krijgt zijn oorspronkelijke eigenschappen weer terug.

Roer de verf grondig met een plat, houten roerstokje van onder naar boven. Doe dat minstens een minuut lang en schraap tussendoor ook een paar keer over de bodem. Dan weet je zeker dat alle bestanddelen goed met elkaar zijn vermengd.

Schilderen met slechte verf

Dat spreekt eigenlijk voor zich. Toch gaan veel mensen hier de fout mee in. Slechte verf wil niemand op de kozijnen van zijn huis hebben. Niet alleen moet je vaker schilderen om het mooi te houden. Slechte verf beschermt minder en dat betekent dat het onderliggende hout eerder gaat verrotten.

Er komen helaas steeds meer huismerken op de markt die een bijzondere slechte kwaliteit hebben. Met name bij de grotere bouwmarkten en budgetketens kom je dat veel tegen. Waar denk je dat die lage prijs vandaan komt? Door goedkope grondstoffen, veel vulstoffen en verdunning en weinig pigment kun je de kostprijs natuurlijk aardig drukken. Lekker goedkoop, maar dan heb je ook niks. Ja, wat verdunning met een kleurtje ;)

Wij verkopen overigens alleen maar kwalitatief goede verf. Ons verfmerk Ruwol wordt in Nederland onder strenge criteria ontwikkeld en geproduceerd. En voor een betaalbare prijs ;)